Delen is lief
Mam, wat is dat? Hoe heet dat? Waarom gaat dat zo? Wat doe je? Mijn dochter stelde veel vragen toen ze een jaar of 3 was. Ik legde alles uit en we kletsten de hele dag. Zo leerde ze de wereld om zich heen kennen en bouwde ze een goede woordenschat op.
In dit derde blog leg ik uit waarvoor een goede woordenschat nodig is. Ook geef ik je leuke tips om hier zelf met je kind mee aan de slag te gaan.
De woorden van een vierjarige.
Het aantal woorden van een vierjarige die het kent als het naar school gaat ligt rond de 3000. Aan het eind van de basisschool kent een kind tussen de 15.000 en 17.000 woorden.
Op school leert het kind schoolwoorden en breidt zijn wereld uit. Als je veel woorden tot je beschikking hebt, begrijp je beter wat er in een tekst staat. Ook kun je duidelijk maken wat je voelt of wilt. Om een tekst te begrijpen moet 92% van de woorden in de tekst bekend zijn. Als je dit hoort, dan snap je wel hoe belangrijk de woordenschat is.
Hoe leer je nieuwe woorden?
Om een nieuw woord te leren moet je het zeker 7 keer gezien of gehoord hebben. Het nieuwe woord koppelt het kind aan woorden die het al kent. Er worden paadjes aangelegd. Pas als het paadje een aantal keren belopen is, wordt het een pad en herkent het kind het woord.
Een manier om nieuwe woorden te leren is door middel van de drie ui-tjes: uitleggen, uitbeelden en uitbreiden. Je legt een woord uit. Dit doe je met plaatjes, woorden, concreet materiaal of uitbeelden. Door het woord te gebruiken in verschillende voorbeelden breid je de betekenis uit.
Herhalen van het woord zorgt ervoor dat het paadje een pad wordt. Het woord beklijft.
Tip uit de praktijk
Aan de hand van een tip uit de praktijk , leg ik de theorie uit de vorige alinea uit. Ik lees een kind voor uit: Gozert van Pieter Koolwijk. Daar staat de zin: “Dit was de enige manier om ongezien op de autosloperij te komen.” Ik leg het woord ongezien uit.
Ongezien betekent dat je niet gezien wordt ( uitleggen) . Verstop je maar eens ( uitbeelden). Nu zie ik je niet meer en ben je ongezien. Kun jij een voorbeeld noemen van ongezien? Ja, inderdaad als je in het donker wandelt ben je ongezien. Je bent dan onzichtbaar ( uitbreiden)
Het kind koppelt het woord ongezien aan woorden die het al kent: onzichtbaar-zichtbaar-te zien-verstoppen. Als het woord nog een keer in de tekst voorkomt vraag ik: “ Weet je nog wat ongezien betekent? “ Voordat het paadje een pad is, zal het woord nog een aantal keren voor moeten komen in andere situaties.
Andere tips om de woordenschat uit te breiden
- Het kind leest zelf boeken, dit kunnen verhalen zijn maar ook informatieboeken of stripboeken.
- Samen naar informatieve programma`s kijken, zoals : Klokhuis of school-tv. Na afloop kun je over de inhoud praten.
- Gesprekken met elkaar voeren, gezellig tijdens het avondeten of voordat je kind naar bed gaat.
- Denkvragen stellen, zoals: “Wat als jij de baas zou zijn van Nederland? Wat is het leukste wat je vandaag gedaan hebt? “
Wil je meer informatie over woordenschat of maak je je zorgen over de woordenschat van je kind? Neem gerust contact met mij op.
De herfstsignalering in groep 3 wordt rond deze tijd van het jaar afgenomen. Lees verder voor tips om thuis spelenderwijs te oefenen als je kind iets meer tijd nodig heeft om de letters onder de knie te krijgen.
Hoe help ik mijn kind met begrijpend lezen? Een vraag die regelmatig voorbij komt in mijn praktijk. Gelukkig zijn er veel manieren om op een leuke manier aan begrijpend lezen bij te dragen. In dit vierde blog deel ik praktische tips om samen met je kind op een leuke en leerzame manier aan de slag te gaan.
Regelmatig komen er kinderen in mijn praktijk die geen leesmotivatie hebben. Lezen is een grote worsteling. In dit tweede blog beschrijf ik aan de hand van het verhaal van Elay hoe hij weer plezier kreeg in lezen.
Rekenproblemen in de dagelijkse praktijk is de eerste blog uit een serie. In deze serie beschrijf ik verschillende leerproblemen die ik in mijn praktijk tegenkom. Vandaag de aftrap voor rekenen met begrip.